vrijdag 20 mei 2011

WA, part II

Hellooow!!

Het blijkt echt niet simpel om werk te vinden in West Australie op dit moment. Zeker niet voor een periode van maar enkele weken... We gaan dus met een redelijk beperkt budget naar Indonesie vertrekken, maar niet getreurd: we hebben onszelf een basiscursus Indonesisch aangeleerd, vastbesloten om ons niet te laten afrippen! Laat het onderhandelen maar beginnen!

In onze laatste week Down Under, na een zeer mooie en lange trip noordwaarts (zie vorige blog), reden we ook nog een stukje richting het zuiden. De afstanden tussen de verschillende "steden" waren hier beduidend korter (zo moesten we geen 300 km meer rijden om een brood te vinden) en de temperatuur lag een heeeel stuk lager dan in het noorden! Veel nieuws zagen we hier wel niet. Wederom veel mooie natuur, vooral ongerepte kustlijnen met weer opvallend helder water.



Klik mij!







Onze Australie-reis sluiten we af in Perth, waar we ons op dit moment (voor de 3e keer) bevinden, en de dag doorbrengen met shoppen, koffietjes drinken (om ons warm te houden) en gratis internetten in de Apple Store ;-) in afwachting van onze vlucht die om 5 na middernacht richting Bali vertrekt.

Na zo`n 8 maanden tussen de Australiers te hebben gewoond, kunnen we toch wel stellen dat we weten hoe deze chille mensen leven, denken, doen en vooral niet doen...
Eerst en vooral: Australiers houden van hun land! Overal zijn de publieke plaatsen tiptop in orde en piekfijn onderhouden. Publieke voorzieningen (WC`s, douches, drinkbaar water, elektrische BBQ`s, ...) zijn bijna in elk dorp aanwezig. Dit maakt reizen natuurlijk heel aangenaam. En met reizen, dan spreken we niet enkel over buitenlandse toeristen. Een groot aandeel van de reizigers hier is Australisch. Ze leven dan ook in een enorm land, waar ze - en zo doen ze het bijna allemaal - met hun 4x4 en caravan doortrekken. Australie is een echt kampeerland en bij bijna elke Australier zit kamperen gewoon in het bloed (nog erger dan bij die Hollanders)...

Deel 1 van onze reis, in onze eigen camper, lag aan een zodanig traag tempo dat we echt de tijd hadden om ons tussen de Australiers te mengen. We werden regelmatig bij mensen uitgenodigd voor een pint en een babbel en kregen ook te zien hoe het "werkleven" hier verloopt. Met de gehuurde campers reisden we een stuk sneller. We deden vele kilometers en zagen de grote diversiteit die de Australische natuur te bieden heeft.

We hebben veel gezien van dit eiland maar nog lang niet alles, zelfs niet na 8 maanden en 20000 km op de teller. Australie is enorm, met veel prachtige natuur. Op bepaalde momenten ben je de ene minuut op het hagelwitte strand en de andere minuut in een uitgestrekt regenwoud met talloze watervallen en kronkelende riviertjes. Op sommige plaatsen - vooral de westkust dan - kan je uren aan een stuk aan het rijden zijn en lijkt het alsof je nog niet vooruit bent gegaan. Woestijn die honderden kilometers lang onveranderd blijft...

Wil je natuur, ga dan Down Under. Wil je cultuur, blijf er dan weg :-) Buiten de 'surfcultuur' kom je hier voorbij het ene strontdorp na het andere waar je steeds het zelfde ziet: Coles supermarkten, pubs/ hotels en rondhangende aboriginals...

Wie hier wilt reizen, koopt of huurt best een camper, vinden wij. Je kan veel meer plaatsen zien, op veel meer mooie plekjes stoppen en er (bijna) altijd probleemloos slapen en - heel belangrijk in dit toch wel dure land - veel geld besparen op eten en accomodatie.

We hadden het goed, hebben ontzettend leuke dingen gedaan, veel gezien en geleerd hoe het Australische leven loopt. We kijken er nu erg naar uit om Indonesie te gaan ontdekken! Het zal er in ieder geval heel anders zijn dan hier...


Allerlaatste groetjes vanuit Australie!!!!

zondag 15 mei 2011

WA, part I

Dag Bloglezers,

Na een geslaagde reis doorheen het `rode centrum` van Australie, landde ons Quantas vliegtuig na een 3 uur durende vlucht in Perth. Via de website van couchsurfing kwamen we terecht bij Warren in een gezellig oma-huisje. Hier verbleven we vier nachten (gratis) in het gezelschap van nog 2 andere couchsurfers, Barbara (Oostenrijk) en Charley (U.K.). In deze vier dagen verkenden we Perth, te voet en gebruikmakend van het openbaar vervoer. We spraken af met Ben en Bianca - onze Duitse perzikplukcollega`s - en brachten een aangename dag door met hen. De dag erna gingen we met Jerre (sportkotcollega) en zijn (reis)partner Coralie in het 'Belgian Beer Cafe Westende' een Duvel drinken!

Tussendoor zochten we, tevergeefs, naar een job. Een keer waren we er heel dicht bij maar de Duitser (er zijn er hier meer als in Duitsland zelf) die ons de job beloofde op een boerderij was plots onbereikbaar en na zo`n 100 x bellen besloten we deze farmjob maar uit ons hoofd te zetten. Ander werk was er echter niet te vinden, de overstromingen aan de oostkust hebben alle werkreizigers naar het Westen gejaagd en dus is de vraag veel hoger dan het aanbod. Spijtig voor onze rekening, maar na het boeken van een camper (met frigo!) was de teleurstelling snel vergeten.
We bedankten Warren  voor de goede ontvangst en verhuizden onze spullen naar Anton, waar we ook 2 dagen couchsurften, alvorens de camper vol te tanken en koers te zetten richting het Noorden... Back on the road met camper numero 3!


Op onze eerste dag van onze roadtrip langsheen de Australische westkust was het Silke`s verjaardag! Na een lekker ontbijtje reden we naar Lancelin, waar we voor het eerst de zee zagen aan deze kant van het land. En wat een verschil met de kust in het oosten! Prachtig wit zand en een helderblauwe zee met spelende dolfijnen! Zalig!


Sweeeep: klikken want het is een panorama foto!

Hierna sprongen we terug in de camper en reden we nog wat verder doorheen het prachtige Australische landschap, terwijl we onze ogen de kost gaven. Het is hier dan ook heel anders dan aan de eastcoast. Het land is hier veel droger en ruwer en het is hier welliswaar nog veel minder bevolkt! En wij hadden aan de oostkust al vaak het gevoel dat wij de enigste mensen ter wereld waren...



Toen we plots langsheen een enorme vlakte van witte duinen reden, konden we het niet laten om onze camper langs de kant van de weg te zetten en in deze zandbergen te gaan 'spelen'.





Hierna reden we naar het Nambung National Park waar de Pinnacle Desert op ons lag te wachten. een bezoek dat zeker de moeite waard was!
Toen de zon begon te zakken, haastten we ons terug richting de kust om samen met een lekker flesje schuimwijn en een Aussi- BBQ van de zonsondergang te genieten!






Deel 2 van Silke`s verjaardagsdriedaagse begon met een zoveelste blaasontsteking... We vertrokken dan ook heel vroeg aan Kangaroo Point op zoek naar een fatsoenlijke WC.  Die vonden we in Green Head (populatie 200). De baai van Green Head was een van de mooiste die we op onze reis tot nu toe tegenkwamen; een prachtig wit strand met azuurblauw water omringd door rotsen...






Opweg naar onze slaapplaats reden we langs een volledig opgedroogd zoutwatermeer. Het resultaatt was een enorme witte vlakte die wat aan Antarctica deed denken.


Een voorbijrazende roadtrain (kamion met 2 tot 4 aanhangers) bederfde de sfeer een beetje door een steen tegen onze (niet verzekerde) voorruit te ketsen. Gevolg: een schone ster die op eigen kosten genaakt moest worden. Een uitgave het equivalent van drie bakken bier... Na een gezellig kampvuur kropen we weer heel vroeg in onze derde editie van `little Belgium`.



De laatste etappe (brownie-dag) van Silke`s verjaardagsdriedaagse bestond uit inkopen doen en de voorruit laten repareren. Verder legden we weer wat kilometers af en stopten we onderweg om te douchen op het strand en wat naar de kite- en windsurfers te staren onder een stralende zon.


De volgende dag stond het Kalbarri National Park op het programma. Via een dirtroad die onze camper weer lekker op en neer deed daveren, kwamen we aan `the loop` waar een drie uur durende wandeling op ons lag te wachten. De rivier die zich een weg baande doorheen dit enorme, droge landschap was echt prachtig. Helaas waren er ook weer duizenden vliegen van de partij (nog meer dan in de buurt van Alice Springs!) en we kunnen je zeggen dat dit niet echt aangenaam was.

Beetje ambeTANDte vliegen...

Natures Window





Heel wat kilometers noordelijker verlieten we de highway om een schiereiland op te rijden dat bekend staat voor zijn prachtige zee met vele dolfijnen. Op onze eerste dag vonden we hier enkele prachtige stranden en konden we met onze camper tot vlak aan de zee rijden om hier dan de rest van de dag luilekker door te brengen. Nu ja, heel relaxed was het niet want duizenden vliegen hadden blijkbaar van onze plannen gehoord en vielen ons al snel na het uitstappen aan. Noodgedwongen moesten we in onze camper schuilen en konden we dus enkel van achter glas van het prachtige uitzicht genieten. Gelukkig had ons camperke een tafel en stoelen en konden we ons wel `nuttig` bezighouden.



Als de vliegen ons met rust lieten, konden we eindeloos genieten...

De volgende ochtend vertrokken we voor zonsopgang naar Monkey Mia, waar elke ochtend een tiental wilde dolfijnen tot zeer dicht bij het strand komen. We hadden geluk en waren op tijd daar om deze flippers van zeer dicht bij te aanschouwen! Aangezien het aantal vliegen op dit strand zeer beperkt was, besloten we daar maar van te profiteren en een gezellig zon- en zwemdagje te houden.




De volgende dag was er een van vooral rijden. Maar al deze saaie kilometers (want hier valt onderweg dus niet echt veel te zien buiten 1 lange rechte weg met aan weerszijden enorme niksheid) werden al snel vergeten toen we in Coral bay aankwamen, snorkelgerief aandeden en eindelijk nog eens de prachtige onderwaterwereld in konden duiken. Helaas hadden we geen onderwatercamera mee en kunnen we jullie dus geen foto`s tonen van wij die grote schildpadden aaien.
Slapen deden we die nacht gewoon aan de kant van de weg, een weg waar misschien 1 keer per uur een 4x4 of road train voorbij raast...

Het uitzicht door de voorruit dat we zon 3500 km lang hadden....

Road Train

Ook de volgende dag stond er gesnorkel op het programma. Zowel in Oyster Bay als in Turquoise Bay zagen we weer prachtige gekleurde vissen tussen het schitterende koraal zwemmen...
Turquoise Bay is trouwens de mooiste baai die we hier in Australie gezien hebben. Het zand was spierwit en de zee had een kleur zoals je die wel eens in de boekjes ziet, maar dan zonder een vrouwke in een hangmat.






Na wat zonnekloppen en heerlijk snorkelen, verlieten we Cape Range National Park en sliepen we weer langs de weg, klaar om aan de lange (zelfde) terugweg te beginnen de volgende dag: 1270 km in 2 dagen met tussendoor enkele pauzes voor een plasje, een boefke en een beenstrekje...
Veel rijden, maar elke kilometer (en druppel dure benzine) zeker waard!


"Hey Pee, hebt ge nog een wortel?"


Kus,

Sil en Antoine

zondag 1 mei 2011

The Outback!

How yous going?


Op 21 april was het dan eindelijk tijd om het vliegtuig op te stappen richting Alice Springs, een stad (de enigste) in het midden van Australie! Na een vlucht van een goede 2 uuur namen we de taxi naar het depot van Wicked, waar we voor 7 dagen een Wicker-camper besteld hadden.


De wicked cremekar

Met ons nieuw camperke, onze cremekar, reden we langs de winkel om voor een paar dagen inkopen te doen (want winkels zouden we niet meer tegenkomen), om vervolgens aan onze 1700 km lange trip doorheen `the red centre` van Australie te beginnen. Hoewel, door de overvloedige regen die er ook hier gevallen is, was de rode desert wat groen uitgevallen...

De oneindige weg

Salt-lake...


Mt Connor in de verte

Na een paar uur rijden op een weg die oneindig lang leek te zijn, zetten we ons op een rest area waar we de avond doorbrachten met het kijken naar een prachtige sterrenhemel en het vangen van muizen die aan onze tenen kwamen zabberen. Hierna  gingen we, zoals dat hoort in de woestijn, een ijskoude nacht tegemoet.

Niet-bescheiden springmuizen

De volgende ochtend, toen het zonnetje al weer lekker scheen, vervolgden we onze weg door `het niets` richting de Uluru (Ayers Rock), werelds bekendste en grootste monoliet. Hoewel we deze `steen` al honderden keren op postkaartjes hadden zien staan, was het toch best indrukwekkend om hem in het echt te zien...


De Uluru (Ayers Rock)

In de namiddag maakten we een 10 km lange (maar beetje saaie) wandeling rondom de Uluru. De bedoeling was om hierna deze Ayers Rock te bewonderen bij zonsondergang, iets wat blijkbaar de moeite zou zijn omdat de rots dan de hele tijd van kleur verandert. Maar Anthony`s vliegennetje besliste daar anders over. Na een paar uur wandelen was het nog eens tijd om het vliegennetje nog eens tegoei te hangen. De zin "Ohnee! Wat heb ik nu aan de hand?" voorspelde niet veel goeds. In het midden van de woestijn, duizende kilometers verwijderd van eender welke vis, slaagde Anthony er in een vishaak door zijn middenvinger te steken. De pijnscheut die dit met zich meebracht wees er op dat de haak diep genoeg zat om er niet zomaar uitgevist te worden. Na wat trek -en duwwerk zonder resultaat, beslisten we dan maar om weer eens een dokter te raadplegen. Waar wij niet op hadden gerekend was het feit dat het ziekhuis gedurende het volledige paasverlof gesloten zou zijn. De dokters een weekske vrij, Anthony genekt met een haak een halve centimeter in zijn vlees. Dan zijn we maar het politiebureau ingelopen in de hoop een tangetje en wat ontsmettingsmiddel te vinden om een nieuwe onthaakpoging te ondernemen. Gelukkig hielp de agent ons en belde hij een lokale ambulancier die snel kwam helpen. Na 4 spuitjes in de vinger dachten we dat de verdoving wel in orde zou zijn. Dit bleek snel niet zo te zijn, met als gevolg een pijnscheut die Anthony`s bloeddruk tot 70/30 deed vallen. Nog wat spuiten en een infuus later kon de haak doorgeduwd worden en waren we weer onderweg. Voor een Uluru-zonsondergang was het ondertussen te laat en dus besloten we maar ergens te gaan eten en slapen langs de highway.

Het vliegennetje
De vishaakvinger...


De volgende ochtend reden we naar Kata-Tjuta (the Olgas). Hier maakten we een hele mooie wandeling langsheen rotsen en bergpassen met prachtige uitzichten over de ruwe woestijnnatuur.



De olga`s (Kata-Tjuta)


Hoewel de Aboriginals er niet happig op zijn (religie en cultuur verbiedt het eigenlijk), waagden we ons toch aan een 350m, mega steile beklimming van de Ayers Rock. Een serieus fysieke inspanning die beloond werd met een adembenemende 360 graden uitzicht over Uluru-Kata Tjuta National Park. Diezelfde avond kregen we dan toch de kans om de zonsondergang en de daarbijhorende kleurveranderingen van de Uluru vanop de eerste rij bij te wonen. Mooi, zeker weten, maar voorbij vooraleer je het goed en wel doorhebt.
350m hoog op de grootste monoliet ter wereld


Na weer een koude nacht onder de duidelijkste sterrenhemel die je je kan inbeelden, reden we zo`n 300 km noordwaarts richting Kings Canyon. Op het eerste zicht leek ons dit niet echt spectaculair, maar eenmaal we bovenop de canyon stonden en onze wandeling over de richeld verderzetten, werden we getrakteerd op prachtige beelden van coole rotsvormingen en het visueel bewijs van miljoenen jaren erosie door wind en regen.

Op Kings Canyon



Om onze portemonnee 150km aan dure benzine te besparen, besloten we een `risico` te nemen en een shortcut te nemen over een onverharde,rode grindweg van zo`n 100km. Over harde bobbels die onze (gelukkig gehuurde) camper  uiteen leek te doen vallen, door los zand en zigzaggend om dikke stenen en ronddwalende koeien te ontwijken, haalden we na zo`n anderhalf uur net voor de donker de overkant...

Stofwolkje maken....
Na een korte stop in Alice Springs de volgende dag voor inkopen en dergelijke, vervolgden we onze rit naar de West McDonnel Ranges. We vulden onze magen op een picknickplek aan Simpsons gap, waarna we een heel eind verder reden riching Ellery Creek Big Hole. We besloten hier op de campingspot te blijven en onze dag vol te maken met chillen, lezen, eten en in het ijskoude water van Ellery Creek te plonsen. Hoewel gelegen in het hartje van de Australische woestijn, is Ellery Creek Big Hole een permanente waterput gelegen op eenuitzonderlijke mooie locatie.


IJskoud water in het midden van de woestijn


Op onze laatste volle dag in de `Red Centre` wilden we nog een mooie, stevige wandeling in onze benen pompen. In de Ormiston Gorge lag ons een 7km lange `ronde` te wachten, een toer die door het missen van een aantal richtingsaanwijzers een behoorlijk aantal zoek-de-weg-terug-in-de-woestijn-kilometers opleverde. Het drinkwater was beperkt (en echt niet te drinken door de prominente zwembadsmaak) en de harde stekels van de vegetatie stak voortdurend door onze schoenen, in onze voeten. Na zo`n 4 uur doorheen water en gras en over rotsen te hebben geklimmen en geploeterd, kwamen we uitgeput terug aan aan onze camper.

De enigste weg naar de overkant...

Slapen deden we aan het depot van Wicked, voor de poort. We moesten de volgende ochtend immers om 10 uur op het vliegtuig richting Perth, West Australie, zitten...

Liefs,

Sil en Antoine, al 7 maanden down under...


xxx