dinsdag 21 juni 2011

Flores!

Apa kabar?!

Na de Hindoes in Bali en de moslims in Lombok was het tijd om de Christenen in Flores eens te gaan leren kennen. Onze reis van Lombok naar Labuhan Bajo in Flores bleek echter geen lachtertje te zijn. Na uren te wachten in het busstation van Mataram vertrokken we om half 4 eindelijk met de bus richting de haven van Lombok. We waren de enige blanken op de bus en enkele van onze medepassagiers hadden een rieten `sjakosjke` bij waar later een haan in bleek te zitten. Na een rit van enkele uren reed de bus op de ferry die ons naar het eiland Sumbawa bracht. In Sumbawa bracht de bus ons `s nachts van west naar oost over een pikdonkere, hobbelige weg. Zo`n 12 uur later stapten we, uitgeput van de slapeloze nacht, voor de 2e maal op een ferry. Na 6 uur varen kwamen we aan in Labuhan Bajo, waar we ons installeerden in een kleine kamer en als een blok in slaap vielen na deze bijna 30 uur durende reis.
De volgende ochtend huurden we een brommer en reden we over kronkelwegen naar een dorpje waar een lokale gids ons naar een mooie waterval leidde. Na wat zwemmen en van de rotsen springen, reden we terug de berg af richting ons hotelletje.

Met een overhevig Indonesierke in de rivier spelen ;-)


Op zoek naar eten stopten we in een klein dorpje waar op het eerste zicht een verjaardagsfeestje aan de gang was. Op onze vraag "Hebben jullie eten te koop?" reageerden de mensen heftig en nodigden ze ons uit in hun huis om mee aan tafel te gaan. Het hele dorp had zich ondertussen al rond ons verzameld en jong en oud stond te giechelen terwijl wij rijst, kip en groenten voorgeschoteld kregen.





 Na de maaltijd (en de ARAK, een alcoholisch, lokaal brouwsel van palmextract) werden we door Paul, de enigste die wat engels kon, uitenodigd om te blijven voor de mis en het feest ter ere van het einde van de 'Maria-maand' en de oogst.
Na een mis van 1.5 uur in het Indonesisch (haha!) kregen we, samen met de rest van het dorp (~100 personen), alweer een feestmaal voorgeschoteld. Wij aten alles wat zij aten, maar toen we te weten kwamen dat er ook enkele stukjes gebakken hond op ons bord lagen, hebben we die toch maar subtiel terug in de pot gegooid.

Wij met Paulus en zijn vrouw Edel

Na dit avondmaal stond er een serieuse party op het programma! Natuurlijk werden wij ook gevraagd (of eerder `verplicht`) hier aan deel te nemen. Samen met de kinderen en volwassenen lieten we ons urenang gaan op de laatste Indonesische plaatjes! Nardy, Paul`s zoon, bracht ons naar het hotel rond 1 uur, na zowat het beste feesje van onze reis!



De volgende dag werden we bij Paul thuis verwacht in Kaper. Anthony ging samen met leerkracht Paul naar diens school terwijl Silke met Edel (Paul`s vrouw) naar de markt ging om inkopen te doen. De mensen in Kaper waren buitengewoon blij met onze aanwezigheid en de kinderen hingen voortdurend rond ons. Na een potje voetbal gevolgd door een lekkere maaltijd met Paul en zijn gezin, werd het tijd om ons klamboebed (met muggennet) in te kruipen.

`s Anderendaags pakten we onze rugzakken en stapten we achterop de motoren van Paul en Nardy. Met elk een zware rugzak van zo`n 20 kg op onze rug reden we over extreem steigende en weer dalende bergwegen richting Ruteng, waar we zo`n 4 uur later bij Paul`s broer Josef aankwamen. Onze zware rugzakken lieten we hier achter en we vervolgden onze weg richting het geboortedorp van Paul. Over een smalle weg waarvan de staat op somige plaatsen nauwelijks in woorden te omschrijven valt, kwamen we 2 uur later en in de donker aan in Ngalo. Hier werden we openhartig ontvangen door Paul`s ouders. Na koffie, rijst, groenten en kip en nog maar eens wat danspassen, gingen we compleet uitgeput slapen. Veel anders was er trouwens niet te doen in dit bergdorpje want elektriciteit wert er d.m.v. een generator die enkel tussen 18u en 21.30u draait!
Na een veel te korte nacht werden we wakker gemaakt door - hoe kan het hier ook anders- de hanen en kippen. Met weer een ontbijt met rijst en bijhoren, besloten we eens langs de school te wandelen die zo`n 200m verder lag. Toen de kinderen ons zagen, was un concentratie en vooral hun discipline ver te zoeken en liep iedereen naar buiten om voor de eerste keer in hun nog jonge bestaan blanken te zien. Toen de leerkrachten begrepen dat wij ook "guru`s" waren, konden we een korte LO-les niet afslaan. Zo`n 250 kinderen lieten zich volledig gaan en deden, de ene al wat vlotter dan de andere, onze aerobicpasjes na...







Verbaasde kinderen die nooit eerder blanken zagen....




Tijdens de middag bezochten we nog wat kleine dorpjes in de buurt waar er weer stomverbaasd naar ons werd gekeken, maar waar werkelijk iedereen ons met open armen ontving.
`s Avonds sliepen we bij Josef (de broer) en de volgende ochtend, na de 11e opeenvolgende rijstschotel, namen we afscheid van Paul en Nardy en Josef en zijn kinderen en stapten we op de bus richting Bajawa.
We hebben echt genoten van ons verblijf bij en reis met Paul en Nardy en het was een ervaring die wij (maar zeker ook zij) nooit zullen vergeten!

Bij Jozef de polisi-man

In Bajawa sliepen we de klok rond en gebruikten we ook de volgende dag om te recuperen en bijslapen van deze toch wel vermoeiende 4-daagse.

Om in Ende te geraken, namen we de "Travel", een auto die ons zogezegd in 2-3 uur naar daar zou brengen. Maar zo werken de dingen in Indonesie niet! Meestal gaat het als volgt: ze zeggen dat ze om 8u `s morgens vertrekken, maar dan tegen 9u laten ze je weten dat ze nog niet genoeg passagiers hebben gevonden dus pas om 10u gaan vertrekken. Tegen half 11 hebben ze dan toch genoeg volk bijelkaar geronseld en proberen ze zoveel mogelijk mensen en voedingswaren in de auto te proppen. Ons record tot nu toe is met 10 personen en 1 kip in 1 auto. Dan beginnen we aan de autorit die gemakkelijk 4-5 uur kan duren (en we leggen maar een goeie 100 km af!) omdat de wegen hier zodanig kronkelig en steil zijn. Voor elke bocht moet er ook getoeterd worden om eventuele tegenliggers te waarschuwen dat we er aan komen want de weg is te smal om elkaar in de bocht te kruisen. En aangezien de Indonesiers zich geen reispillekes kunnen veroorloven, zijn er altijd wel een paar die zich de hele rit bezighouden met plastieke zakjes vol te kotsen om die vervolgens gewoon op straat te gooien...

Alternatief voor de skibak


De Lijn in Indonesie

Ende zelf was niet veel soeps.We sliepen in een gatlelijke kamer langs de grote baan en verlieten deze stad reeds de volgende ochtend. In een niet-overvolle bus (zeer uitzonderlijk!) reden we naar Moni, de uitvalsbasis voor trippen naar Kelimutu. Deze vulkaan met 3 gekleurde meren zou het mooiste zijn tijdens zonsopgang dus besloten we onze wkker om 4u `s morgens te zetten. Met een gehuurd brommerke reden we door het donker de steile berg omhoog zodat we bij het aanbreken van de dag een mooi uitzicht hadden over de 3 kratermeren, elk met een andere kleur.








De rest van de dag cruisden we nog wat door de bergen, kochten we op een markt een CD met Indonesische schijfkes, gingen we naar en warmwaterbron waar we ons voor de eerste keer sinds maanden nog eens met warm water konden wassen, en genoten we van het heerlijke eten dat de vrouwtjes van onze `homestay` voor ons klaarmaakten.


Sinds eergisteren zijn we in Maumere, waar onze reis doorheen Flores zal eindigen. We hebben hier alle opties die we hebben om van hieruit verder te reizen naar een ander eiland eens bekeken en uitendelijk beslist dat we morgen, 22 juni, zullen vliegen naar Sulawesi!

Selamat Tinggal,


Silke en Anthony

woensdag 15 juni 2011

Lombok en de Gili-eilanden

Selamat Siang!

Na tien leuke dagen in Bali namen we, nog steeds in het gezelschap van onze Canadese vriend Olek, de trage maar goedkope publieke ferry naar Lombok. Op dit eiland brachten we twee nachten door in Senggigi om daarna alweer op de boot te stappen richting Gili Trawangan, het grootste van de drie Gili-eilanden. Op de eerste dag huurden we samen met Olek en Jan, een Hollander die we ook hadden leren kennen, snorkelgerief om de hele dag in het azuurblauwe water van Gili Trawangan te dobberen.

Op de ferry naar Lombok

De volgende dag vaarden we op en af naar Gili Air om ook daar een hele dag te snorkelen en te chillen op het strand.
Gili Trawangan
Geen gemotoriseerde voertuigen toegestaan op Gili



De derde en laatste dag maakten we nog eens gebruik van onze duiklicensie en deden we samen met Olek en David und Hannah uit Duitsland, twee duiken in de omgeving van Gili Trawangan. Tijdens onze eerste duik zagen we enkele grote schildpadden. Het koraal was hier wel niet zo mooi, wat te danken is aan de jarenlange dynamietvisserij van de lokale bevolking die ervoor heeft gezorgd dat de Indonesische onderwaterwereld gedurende jaren naar de verdoemenis is geblazen.... Gelukkig ziet men hier nu eindelijk in wat voor prachtige zeeen men heeft en is het gebruik van explosieven om vis te `vangen` gestopt.
`s Middag genoten we van een overheerlijke kip curry op het kleinste en rustigste van de drie eilanden; Gili Meno.
Tijdens onze tweede duik, die een uur duurde, zagen we naast opnieuw grote schildpadden ook haaien en een inktvis.





Die avond gingen we allemaal samen een grote Bintang drinken, om onze leuke tijd op de Gili-eilanden op een gepaste wijze af te sluiten.



De volgende ochtend keerden we terug naar Lombok, waar we afscheid namen van Olek, die terug naar Canada vertrok. Voor ons was het nog lang geen tijd om aan `terug naar Belgia gaan` te denken, dus vertrokken we samen met David en Hannah naar Kuta, in het zuiden van Lombok. Onderweg stopten we nog even in een weversdorp, waar we de vrouwen aan het werk zagen en zelf ook eens konden proberen `Sarongs` te maken.


Het Kuta van Lombok is zowat het tegenovergesteld van Kuta -  Bali. Een klein dorpje aan de zee: heel rustig en bijna geen toeristen! We huurden een brommerke om alle prachtige stranden (behordende tot de mooiste van Indonesie) te bezoeken en er te zwemmen met de lokale kinderen en te genieten van een verse kokosnoot op het spierwitte zand...









Na Kuta gingen we naar Mataram, de hoofdstad van Lombok in de hoop hier ons visum te kunnen verlengen voor 1 maand, want Indonesie is echt enorm groot en we willen nog zoveel zien en doen. Gelukkig vonden we iemand (we denken lokale mafia) die voor wat extra roepia`s ons paspoort meenam en enkele uurtjes later terugbracht met een officiele stempel...

Nadat het papierwerk in orde was gebracht en we dus tot 20 juli in het land kunnen blijven, werd het tijd om te beslissen welke richting we uit zouden gaan. Lukraak beslisten we naar Flores te gaan (oost-indonesie). We namen afscheid van David en Hannah (die naar Java gingen) en begonnen de volgende dag aan onze reis naar het eiland dat men hier `de bloem` noemt. Een beslissing waar we zeker geen spijt van zouden krijgen...

Groetjes,

Sil en Antoine

woensdag 1 juni 2011

Bali

Dag thuisfront,

Na een lang verblijf in Australie, keken we er naar uit om naar Indonesie te komen. En hier zijn we dan, al 10 dagen.
Er zullen helaas geen foto`s bij het verhaal staan want uploaden is niet zo evident. En aangezien we onze foto`s al eens bijna kwijt waren door een computervirus, willen we absoluut geen risico nemen. Die komen nog wel eens...

4 nachten KUTA

Na en lange vlucht vanuit Perth -  via Hong Kong - naar het vliegveld van Denpasar in Bali en na het omwisselen van onze dollars in onze eerste Indonesische roepia`s, bracht een "Taksi" ons naar het hartje van de toeristenstad Kuta. Beladen met onze zware rugzakken gingen we, ons een weg banend doorheen de enorme mensenzee en het chaotische verkeer (auto`s maar vooral brommers die hier zowel links als rechts rijden en voortdurend hun toeter gebruiken) opzoek naar een mooie en goedkope slaapplaats. Moe van de lange reis besloten we niet te ver te wandelen met 20 kg op onze rug en installeerden we ons in  "losmen Arthawan", dat heel goed gelegen was en, zoals na een verdere zoektocht naar accomodatie zou blijken, goedkoop voor Kuta.



Na een heerlijke (koude) douche trokken we de stad in. Al gauw bleek duidelijk dat de Indonesiers zeer behulpzame mensen zijn. Zowat elke drie meter biedt iemand je wel transport aan of wil een uitbater van de ontelbare winkeltjes je wel iets verkopen voor een "Tsjiep Price".
Dat hier veel Australiers rondlopen werd ook al gauw duidelijk: de iets vloeiender engelssprekende Indonesiers lokken de toeristen met zinnen als Come here mate, bloody fucking cheap mate!.
Wanneer we hen duidelijk maakten dat we niet echt Aussies waren, lieten ze ons vrij snel met rust, even dan toch, want drie meter verder stond de volgende verkoper al klaar om ons zijn identieke koopwaar aan te smeren...


Met een betaalbaar (zeker als je van Down Under komt) Bintang-pintje in ons systeem, kropen we uitgeput ons bed in...

De volgende twee dagen legden we te voet heel wat kilometers af in Kuta; winkeltjes kijken, brommertjes ontwijken en onze 12 kilo vuile was binnenbrengen (daar hebben die Balinezen eens goed mee gelachen, zoveel vuile was hadden ze hier nog niet veel zien binnengebracht worden).
`s Namiddags gingen we naar het strand waar we voor een spotprijsje (die we zelf hadden afgedwongen) een surfplank en bodyboard huurden om na de Australische ook eens de Indonesische golven te berijden.
Die avond aten we in een Warung, een eettent waar je lekker en goedkoop (tussen 0.20 en 0.50 euro) van lokale gerechten kan genieten.



Onze laatste dag in Kuta huurden we een brommer en reden we langsheen kleine dorpen naar de tempel van Ullu Wattu op het schiereiland Bukit. De tempel zelf was niet zo heel speciaal, maar het uitzicht over de wilde kustlijn was gewoonweg subliem. Ook de tientallen apen die er rondliepen en toeristen van hun water, eten en zonnebrillen beroofden, waren goed entertainment.




We besloten om voor ons avondmaal eens meer dan een euro te betalen en zetten ons aan een tafeltje op het strand nadat we elk onze eigen, versgevangen vis hadden uitgekozen. Met onze blote voeten in het zand en een grote gebbqde barracuda en white snapper voor onze neuzen, genoten we van een roodgele zonsondergang in de oceaan...



3 nachten UBUD

De volgende dag vertrokken we in een overvol busje naar Ubud dat in het binnenland ligt en bekend staat om zijn traditionele Indonesische dansvoorstellingen. Niet te missen dus! We koze om naar een Kecak-dans te gaan kijken, waarbij een dertigtal schaarsgeklede mannen in een cirkel zitten (of zoals de infofolder stelde "they shit in a concentric circle) en gedurende de 1.5 uur durende dansvoorstelling 'chakachak' zingen. Ah nee, niet allemaal! 1 van hen kreeg de eer heel de tijd "pom pom pom" te zeggen!
De mooi verklede meisjes dansten in de cirkel, maar wij vonden dansen een groot woord. Het was eerder een toneeltje waarbij ze een verhaal over hun goden vertellen door met overstrekte vingers en rollende ogen voort te bewegen tussen de mannen.
De show werd afgesloten door een zotte oude man die, verkleed als een paard, als een bezetene gedurende tien minuten op zijn blote voeten  door brandende kokosnootschillen bleef lopen. Wijzelf merkten niet veel van de `trance` die met dergelijke uitvoeringen beoogd wordt, maar we kunnen heel goed begrijpen dat die oude man heel ver heen was aan het einde van zijn demonstratie.



De volgende dag huurden we weer een scooter (snel, goedkoop en heel zuinig). We reden naar Mount Batur, een vulkaan die reeds vele Balinese levens eistte. Onderweg bezochten we een tempel waar water dat er uit de grond komt, door de Balinezen gebruikt wordt om zichzelf te baden. Dit heilige water zou een helende kracht hebben en daarom probeerde Anthony zijn nog steeds kapotte surfknie te genezen in de bron... Helaas, pindakaas...







Eten deden we langs de weg in een zogenaamde `Warung`. Hier komen niet veel toeristen en met een glimlach en een nodige dosis Indonesische woorden, konden we elk voor zo`n 20 eurocent eten, lekker eten!



Op onze laatste dag in Ubud reden we met onze motorbike richting het oosten. We cruisden langsheen prachtige rijstvelden in terrasvorm, door afgelegen dorpjes en over hoge bergpassen waar de staat van de weg niet altijd zo veilig was.






2 nachten AMED

Na een 3 uur durende shuttle-rit kwamen we aan in Amed, een klustering van dorpjes langs de kust in het oosten van Bali. Hier zijn honderden slaapplaatsen maar op dit ogenblik bijna geen toeristen dus konden we voor een heel zacht prijsje een supermooie kamer krijgen bij Joli Home Stay.



Onderweg naar Amed leerden we een Canadees kennen die niet zo goed wist wat te doen en dan maar besloot zich gedurende een paar dagen aan ons te hechten.

In Amed huurden we (natuurlijk) weer een scooter om te gaan snorkelen aan het `Liberty shipwreck` en andere plaatsen met mooi koraal.



De Home Stay waar we sliepen, lag in het midden van een echt Balinees dorp en dus kregen we het echte leven de lokale inwoners te zien en vooral te horen (veel brommers maar vooral veel hanen die om 5 u `s morgens de hele buurt wakker maken)


Op onze laatste avond in Bali gingen we kijken naar een (illegaal) hanengevecht dat in het dorp naast het onze werd georganiseerd, waarbij de honderd aanwezigen hun zuurverdiende roepia`s inzetten op 1 van de 2 hanen die elkaar tot der dood bekampten. Een bloederig gebeuren want de hanen krijgen aan 1 poot een scherp mes van zo`n 5 cm aangebonden. De winnende haan mag een paar dagen later terug de ring in en de verliezende haan vliegt rechtstreeks de kookpot in!



Tot de volgende keer!!

Sil en Antoine xx