Dag allemaal, voor de voorlaatste keer!
Na een vlucht van anderhalf uur over de Flores-zee, kwamen we veilig en wel aan op het enorme eiland Sulawesi, meerbepaald in de mega-stad Makassar. De airportshuttlebus zette ons af in het midden van de stad en we vonden al snel een goedkope `losmen`, waar de airco geen overbodige luxe bleek te zijn.
Na een goede nachtrust in een heerlijk koele kamer, trokken we op wandel om de enorme stad te verkennen. Omdat ontbijt niet in de prijs van onze accomodatie was inbegrepen, kochten we ons een `boterhammeke met choco` en gingen we opzoek naar een kraampje waar ze lekkere indonesische
kopi serveerden. Na een paar minuten van de koffie genieten, spraken twee dames (moslima`s) ons aan die zeer geinteresseerd waren in onze verhalen. Op het eerste zicht niets bijzonders (dat aanspreken gebeurt hier echt om de twee meter), maar Fatimah nodigde ons direct uit om mee naar haar huis te gaan. Omdat de vorige ervaring bij de Indonesiers thuis wel een leuke was, sloegen we dit aanbod natuurlijk niet af. Met de bemo (spotgoedkoop openbaar vervoer - hier in Sulawesi
pete-pete genoemd) reden we richting een buitenwijk van Makassar. Tot onze verbasing kwamen we terecht in een `sjieke` buurt waar de huizen werkelijk als villa`s bestempeld kunnen worden. Fatimah en haar dochter Indah bleken van het rijke soort te zijn. Onmiddelijk na het binnenkomen in hun grote huis kregen we cola en ferrero rocherkes voorgeschoteld, een luxe die niet veel mensen zich hier kunnen veroorloven, zelfs wij niet ;-).
Na wat babbelen (een beetje indonesisch en wat engels) over ons en onze reis, vertelde Fatimah ons dat ze traditionele huwelijkskleding ontwerpt en toonde ze ons het huwelijksalbum van haar zoon waar haar ontwerpen in stonden.
Wat er vanaf dan gebeurde, was volledig buiten onze controle en ging (vooral voor Anthony) heel snel...
Fatimah vroeg of we eens graag zo`n kostuum wilden aandoen. Natuurlijk wilden we dat wel eens proberen en er dan een mooie foto van maken om als souvenir te houden. Wat we niet hadden verwacht, was het feit dat Silke gedurende een uur geschminkt zou worden, Anthony de kleren van een prins aankreeg en dat Fatimah een chauffeur belde die ons dan in volledige outfit naar een professionele fotostudio bracht, waar we door echte fotografen in allerhande poses werden gezet om een twintigtal foto`s te maken van het `Indonesische huwelijkspaar `Sil en Antoine`. Toen de fotoshoot en ons continu lachen met deze absurde situatie erop zat, kocht Fatimah de twee mooiste (naar haar mening) foto`s, die ze ons binnenkort zal opsturen.
Compleet onder de indruk van de manier waarop een dag zo ongelofelijk onvoorspelbaar kan verlopen, reden we met Fatimah, Indah, de zus en het nichtje naar een plekje ver buiten het drukke Makassar om er te genieten van een lekkere picknick en een plons in het lokale `waterpretpark`. Aangezien we ook hier weer de enigste blanken waren, werden we weer langs alle kanten aangeklampt om samen op de foto te staan.
Na een heel leuke dag met lieve Indonesische mensen die allesbehalve elke ruphia omdraaien voor ze die uitgeven, werden we vlak voor ons hotel afgezet en kropen we uitgeput en met een overvolle maag ons bedje in.
De volgende dag liepen we nog wat rond in het super hete stadscentrum en gingen we wat windowshoppen in enkele enorme winkelcentra in de omgeving. Neen, Indonesie is niet enkel bamboehuisjes en loslopende dieren...
Reeds vroeg de volgende ochtend stapten we op een bus, die ons tergend langzaam en over een erg hobbelige weg richting het noorden vervoerde. Volledig door mekaar geschud kwamen we aan in Pare Pare, een stad die buiten een grote haven, ontelbare warungs (goedkope eetkrampjes) en een avondmarkt - waar we natuurlijk weer aangestaard werden alsof we roksterren waren - niet echt veel te bieden had. We sliepen hier dan ook maar 2 nachtjes. Al is slapen een groot woord... Niets tegen de mensen hun geloof en overtuigingen, verre van zelfs, maar om half vijf `s morgens in drie verschillende, niet-gesynchroniseerde moskeeees Allaaaaaaaaaaaahhahahaaaah beginnen aanbidden, is niet iets wat wij begrijpen, laat staan leuk vinden.
|
Harde werkers die Indonesiers... |
|
Home-made kermisattractie... |
Een volgende bus, even onluxueus als de vorige, bracht ons naar Tana Toraja, een gebied met een heel mooie natuur en bijzondere cultuur. Toraje staat bekend om zijn ontelbare (openbare) graven en ook om de merkwaardige begrafenisrituelen die hier elke zomer plaatsvinden. Sterft iemand in de winter, tja, dan moet die wachten tot de zomer om dan een uitbundig feest te krijgen waar honderden mensen in het zwart gekleed naar toe komen. Op zo`n feest wordt dan gezongen, gegeten en gezopen... en vooral veel waterbuffels geofferd. Wist-je-datje: zo`n waterbuffel is hier in Toraje meer waard dan een auto, dus wij kunnen ook al niet goed vatten waarom er dan zo`n 20 mee het graf in moeten.
We huurden een vette scooter, waarmee we door het land cruisden en enkele van de bekende rotsbegraarfplaatsen bezochten. Wat we niet hadden verwacht, is dat we midden tussen de botten, schedels en rottende lijken zouden wandelen. In zo`n grot worden alle doden op een hoopje bij elkaar gelegd in een kist. Hout vergaat natuurlijk na vele jaren en de overblijfselen van het lichaam blijven dan gewoon gezellig bij elkaar liggen. Gezellig lijkt het er wel, want aan sigaretten bij de schedels is er geen tekort. Iedereen die hier een bezoek aan de overledenen brengt, offert een paar sigaretjes aan de doden. Tja, het is niet dat ze er ziek van gaan worden he...
|
A pig... on a stick: klaar om geofferd te worden... en opgegeten! |
Tijdens het tanken van onze brommer, werden we plots uitgenodigd door een Indonesier om naar een bruiloft te komen van iemand uit zijn familie. Wij stemden natuurlijk in, maar omdat Silke de volgende ochtend heel ziek wakker werd, moesten we die plannen spijtig genoeg annuleren. Na een dag in bed voor Silke en een dag alleen rondcruisen op de brommer voor Anthony, kropen we de volgende dag op de bus voor wat de meest hatelijke rit uit ons leven zou worden.
|
Tanken! Zoek de blanke |
Om in Pendolo te geraken, moesten we een afstand van 280 km afleggen over de meest erbarmelijke wegen die er hier zijn. Bovendien moesten we een aantal keer terug rijden en stoppen onderweg omdat de chauffeur, die volgens ons maar tot zijn 5e naar school is geweest, op regelmatige basis een passagier vergat op te pikken. Hoewel hij een lijst had en twee assistenten, slaagde het trio er niet in iedereen op de bus te krijgen.
Tot overmaat van ramp waren er ergens onderweg wegenwerken en stonden we 3 uur vast. In de donker, langs een ravijn en tussen nog steeds spauwende reiszieke Indonesiers, wachtten we in een bus die voorzien was met airco maar door de chauffeur niet werd aangezet. Na 15 uur (voor ocharme 280 km!) kwamen we pas om 23u aan in Pendolo, een strontdorp aan een meer waar iedereen al sliep. Gelukkig vonden we nog een leuke kamer aan het water, en konden we snel in een goed bed (met matras deze keer) kruipen om deze baaldag te vergeten.
De volgende dag deden we niks anders dan in de zon zitten, zwemmen en lezen, om te bekomen van de dag voordien. Omdat hier niet echt iets te beleven viel, pakten we de volgende ochtend alweer onze biezen en hielden we de eerste de beste auto tegen die ons naar Poso kon brengen. In een auto voorzien voor 5 reden met zijn 9 richting het noorden. Gelukkig viel de afstand mee en moesten we dus niet al te lang met onze `knieen in onze mond` in de koffer zitten...
In Poso verbleven we ook weer maar 1 nacht. We verlieten Poso `s anderdaags en voor de eerste keer in onze Indonesie-reis zaten we in een comfortabele bus! Hoera: benen strekken en geen spauwende reisgenoten. Zelf niemand die een plastic zakje bijhad om om de twee seconden een dikke groene rookrochel in te tuffen!
Na 5 uur langs de zee rijden kwamen we aan in Ampana, vanwaar onze boot morgen richting de Togean Eilanden vertrekt voor een vijftal dagen zon,zee, strand, bier en duiken!
Tot verhaals!
XxX Silke en Anthony